Als priester geroepen en gezonden zijn

Wij leven in het vertrouwen op God, wat komen gaat is nog niet zichtbaar” (2 Kor 5, 7)

(“Going as we do by faith and not by sight” (2 Co 5, 7) )

Beste confraters, parochianen en vrienden,

 

Na bijna acht jaar aan de slag in pastorale activiteiten in uw mooie kuststad heb ik een nieuwe opdracht aanvaard in de Kerk. Onze bisschop vertrouwde me een nieuwe pastorale taak toe die ik met geloof en vertrouwen heb aanvaard. Voor mij is het een nieuwe uitdaging. Ik ben zeker dat Hij die mij heeft geholpen om nuttig te zijn bij u, me des temeer zal bijstaan om Hem in een andere streek te verkondigen. Hij roept ons en geeft ons kracht om ervan te getuigen dat Hij altijd bij zijn volk is ook in veranderende tijden.

Van harte wil ik u danken voor uw gastvrijheid toen ik bij u was.

Heel bijzonder dank ik degenen die mijn opdracht lichter maakten door hun hart en hun deur voor mij te openen. Zegt de Bijbel niet dat wie een profeet ontvangt in zijn huis, in Gods Nieuwe Wereld het loon van een profeet zal krijgen? (Mt 10, 41).

 

Onder u heb ik meerdere heiligen ontmoet. Sommigen zijn reeds bij de Heer. Namen noemen durf ik niet. Anderen leven nog en brengen licht en hoop in onze maatschappij en in de Kerk. Ik heb ook veel christenen ontdekt die zich heel bewust inzetten voor het overleven van de vernieuwde gemeenschap door hun talenten ten dienste te stellen voor ieders geluk.

 

Als jonge priester – en dan nog vreemdeling – was het niet gemakkelijk om op een parochie in uw stad te beginnen. Ik was op van alles voorbereid, ook op openlijke weigering en tegenwerking van sommigen... God zij dank, wij hebben de vreugde gekend Gods liefde te herontdekken door ervoor te ijveren dat niemand zich verloren of uitgesloten voelt. Zelfs in het leven van mensen die mekaar gaarne zien zijn er elementen nodig om de goede relatie in stand te houden: geduld, vergeving, volgehouden aandacht en nog zoveel andere waarden. Dat alles heb ik bij u ondervonden.

 

En zie, nu ik me begin thuis te voelen, mensen en vooral jongeren me langs de straat herkennen en ik begin namen te kennen, stuurt de Kerk me naar een andere plek. Ik aanvaard het vol vertrouwen en geestdrift. (Mc 1, 38).

Zij die me het meest nabij waren zullen wellicht ontgoocheld zijn dat ik die verandering aanvaard heb. Ik begrijp hun ontgoocheling.

Als priester zijn wij geroepen om ‘onderweg’ te blijven, niet om wortel te schieten. Weet dat ik u niet vergeet en dat u een plaats hebt in mijn hart. Het altaar is en blijft onze lange tafel die ons voor altijd met elkaar verbinden zal…

U allen, parochianen, wil ik alvast danken voor alle steun die jullie zullen geven aan priesters die nog bij jullie ten dienste aangesteld zijn.

 

Toen ik benoemd werd in Oostende waren er mensen die het spijtig vonden dat ik, na mijn priesterwijding niet naar Rome gestuurd werd om verder te studeren. Bij elke wending in mijn leven zijn er personen die aan mij gehecht zijn, die zich aan iets anders verwachtten voor mij. Ik begrijp hen wel en dank hen voor hun genegenheid. Als jonge priester had ik het geluk te kunnen groeien midden veel leken met een buitengewone ervaring in de pastoraal van Oostende. Het seminarie en de universiteiten maken van ons geen extraordinaire priesters, maar de dagelijkse ondervinding, de dienst voor Gods gewone mensen en de omgang met bekwame mensen zijn evenzeer een leerschool. Ik moedig u aan om samen vol te houden in het zoeken naar wegen naar intens geluk. Ook al is de toekomst onzeker, laten we niet wegglijden in lusteloosheid, maar openen we ons hart voor de Goddelijke Voorzienigheid die nooit bedriegt.

U bent nu al welkom in Veurne maar wacht nog even want ik moet nog een woning vinden.

Dat de heiligen Petrus en Paulus, sint Jan de Doper en sint Jozef, de kuise bruidegom van de Maagd Maria, ons blijven inspireren zodat het Heilig Hart van de Heer ons een toevlucht moge wezen.

Dat Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen, Onze Lieve Vrouw van Overal, onze voorspreekster blijve.

Johannes, priester